Ius mentis Homepage | Categorieën | Lijst A-Z | Willekeurig artikel | Herpubliceren? | Over deze site | Blog | Contact
 

Meningsuiting en nieuws: voldoende basis in de feiten

Je hebt het recht om je mening te uiten en daarbij te schokken, kwetsen of verontrusten. Maar er zitten wel degelijk grenzen aan de uitingsvrijheid. Denk aan smaad, laster, privacy of haatzaaien. Als sprake is van "nodeloos kwetsen" of geen "bijdragen aan een maatschappelijk debat", dan kun je al snel tegen deze grenzen aanlopen.

Bij nieuws wordt vaak onderscheid gemaakt tussen feitelijke verslaggeving (reportages) en columns. Columnisten krijgen meer vrijheid dan verslaggevers die pretenderen neutraal en feitelijk nieuws te brengen. Maar of het nu een feitelijke reportage is of een pure opinie: het bericht moet "voldoende basis in de feiten" hebben. Dat is niet hetzelfde als "is volledig juist". De vraag is of de publicist een kern van waarheid in zijn bericht heeft, en of feiten en opinie duidelijk als zodanig herkenbaar zijn.

Inhoudsopgave

Vrijheid van meningsuiting

Je hebt het recht om je mening te uiten en daarbij te schokken, kwetsen of verontrusten. Maar er zitten wel degelijk grenzen aan de uitingsvrijheid. De wet noemt smaad, laster, privacy, discriminatie en haatzaaien als belangrijkste grenzen.

In Nederland heb je het recht om je mening te uiten. Dat gaat ver: die vrijheid van meningsuiting is er met name om ideeën en denkbeelden te verspreiden die schokken, kwetsen of verontrusten, zo vindt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Maar dat recht is niet onbeperkt. Bij uitingen die nodeloos kwetsend of schadelijk zijn, kan de rechter de vrijheid van meningsuiting begrenzen.

In Nederland worden die grenzen met name getrokken door de strafwetgeving over belediging, smaad en laster, maar ook bijvoorbeeld haatzaaien en discriminatie. Waar de grens precies ligt, kan alleen van geval tot geval bepaald worden. Een vuistregel is dat een uiting een bijdrage moet leveren aan een maatschappelijk debat, een op één of andere manier maatschappelijk relevante kwestie.

Het is overigens een misverstand dat je door "Ik vind ergens voor te zetten, altijd legaal bezig zou zijn. Er is juridisch geen verschil tussen "Ik vind hem een oplichter" en "Hij is een oplichter". Uit de context moet blijken hoe je die zin bedoelde: als daadwerkelijke beschuldiging, als stoom afblazen of prikkelende overdrijving in een recensie van een winkel? Wel is het zo dat een opinie anders beoordeeld wordt voor de wet dan een feitelijk relaas.

Nieuws en columns

Een meninguiting kan feitelijk van aard zijn (verslaggeving van nieuws) of juist meer persoonlijk: een column of blogbericht. Hoe persoonlijker of opiniërender een uiting is, hoe verder de auteur mag gaan.

Bij nieuws wordt vaak onderscheid gemaakt tussen feitelijke verslaggeving (reportages) en columns. Columnisten krijgen meer vrijheid dan verslaggevers die pretenderen neutraal en feitelijk nieuws te brengen. Dat blijkt uit het arrest Van Gasteren/Hemelrijk van de Hoge Raad. Ze mogen overdrijven, prikkelend formuleren en dingen verzinnen over bestaande personen. Voor bloggers geldt hetzelfde. Blogberichten zijn meestal te zien als columns en mogen dus prikkelen en overdrijven. Zo oordeelde de rechtbank Amsterdam in 2008:

Het valt niet te ontkennen dat de toonzetting overdreven is, evenals de gebruikte bewoordingen ..., maar de keuze voor een dergelijke stijl kan [gedaagde] niet worden ontzegd, nu zijn verhaal niet ongefundeerd blijkt te zijn.

Wel moet duidelijk zijn dat sprake is van overdrijving, sarcasme of een vergelijkbare stijlfiguur in plaats van zakelijke berichtgeving. En de column moet steun in de feiten hebben: er moet wel een kern van waarheid in zitten. In 2005 werd columnist Luuk Koelman vrijgesproken van smaad in een column over Gretta Duisenberg op zijn website. Weliswaar was de column een aantasting van de eer en goede naam van Duisenberg, maar een verbod ging te ver. De column was "zo evident overdreven en absurd dat deze niet anders dan als humoristisch bedoeld kan worden beschouwd".

Dat je bij een blog of column het allemaal wat minder keurig houdt, is op zichzelf ook geen probleem. Zo oordeelde de rechtbank Amsterdam in 2009:

Op een discussieforum op internet is het nu eenmaal gebruikelijk dat minder formele taal wordt gebezigd en enige mate van overdrijving voorkomt.

Dat is echter natuurlijk geen vrijbrief om maar te gaan schelden. Je woordkeus moet wel gebaseerd zijn op de feiten. Ook mag je een column niet gebruiken om mensen disproportioneel te beschadigen, zoals bleek uit de zaak Vodafone/Frontaal Naakt, waarin een medewerkster van een callcenter met naam en toenaam genoemd werd. Het doel daarvan was om te zorgen dat toekomstige werkgevers dat gegarandeerd zouden moeten vinden - en vanwege de overtrokken beschuldigingen niet zouden huren. En dat maakte het onrechtmatig.

Discussies over oplichting

Zeggen dat iemand een oplichter is, is een meningsuiting - maar wel eentje die andermans reputatie schaadt. Het verbaast dan ook niet dat er veel rechtszaken zijn gevoerd over de vraag of je dat mag zeggen.

Internetoplichting is een groot maatschappelijk probleem, dat door politie en Justitie lastig aan te pakken is (en vaak niet aangepakt wordt helaas). Er zijn dan ook vele fora waar mensen zelf waarschuwen voor oplichters. Helaas wordt daar ook misbruik van gemaakt, en worden concurrenten of bonafide bedrijven onterecht weggezet als oplichters of boeven.

De term "oplichter" heeft een juridische betekenis, maar in de praktijk blijkt dat mensen al snel dit woord in de mond nemen als ze niet krijgen wat ze verwachten. Het is daarmee maatschappelijk aanvaard dat de term valt ook als er juridisch niet per se sprake is van oplichting. In deze zaak werd geoordeeld dat termen als "bedonderd" en "opgelicht" in het kader van een forumdiscussie juridisch geen probleem waren, omdat ze aangeven hoe de forumdeelnemers "aankijken tegen de wijze waarop zij door [eiser] zijn behandeld". Dat de klager vrijgesproken was in een strafzaak over oplichting, speelde geen rol: mensen mochten zich bedonderd en opgelicht voelen ook al was er geen sprake van oplichting volgens de wet.

Het gaat er ook nu weer om dat er voldoende basis in de feiten is om de term te mogen gebruiken. Het Hof Amsterdam oordeelde in 2013 dat op een internetforum de term "oplichter" mocht worden gebruikt voor iemand die een vooruitbetaling accepteert en dan niets meer van zich liet horen, hoewel dat juridisch formeel niet het strafbaar feit "oplichting" was. De feiten op het moment van die postings waren stevig genoeg om toch zo'n term te mogen gebruiken.

Vrijspraak was in deze zaak (kinderontvoering) ook niet genoeg om tegen een publicatie op te kunnen treden, hoewel hier de reden was dat er nog hoger beroep liep in de strafzaak.

Eerder werd in de Proximedia-zaak geoordeeld:

Aan Proximedia moet worden toegegeven dat de termen "oplichters", "boevenbende" en/of "bandieten" zware termen zijn die een ernstige beschuldiging inhouden. ... de desbetreffende termen zijn gehanteerd door mensen die zich ernstig gedupeerd voelen, in het vuur van de discussie. Onder die omstandigheden moet het bezigen van dergelijke termen anders worden beoordeeld dan bijvoorbeeld in een journalistiek artikel, een juridische context of een consumentenonderzoek. De gehanteerde termen moeten in dit geval niet al te letterlijk worden genomen.

In een zaak uit 2012 werd een klaagsite over Pretium verboden omdat men veel te ver ging met de beschuldigingen en taalgebruik. Voor termen als "grote oplichters bende", "criminele organisatie", "een stel respectloze criminelen" of "tuig als Pretium" was geen reden volgens de rechter. Zeker niet nu de klager niet eens met Pretium had geprobeerd te overleggen alvorens de site te gaan beginnen.

Publiceren van bronmateriaal

Om je uiting te ondersteunen, is verwijzen naar of publiceren van bronmateriaal een goed idee. Maar soms kan publicatie van bronmateriaal op zichzelf een probleem zijn, bijvoorbeeld omdat er auteursrechten op zitten of je andermans privacy schendt.

Privacy van anderen

Op zich is het toegestaan om een website te bouwen (of op andere wijze te publiceren) over een bepaalde situatie. Alleen bij het publiceren van concrete dossierstukken moet je uitkijken. De privacywetgeving is het belangrijkste probleem: een brief van de wederpartij kan naam en adres van een specifieke medewerker bevatten, en publicatie daarvan is een privacyschending. Je zult dus dat soort gegevens altijd moeten anonimiseren.

In een arrest van het Hof Den Haag werd het publiceren van video- en geluidsopnamen toelaatbaar geacht om een verdenking van corruptie met betrekking tot een wethouder te onderbouwen. En de rechtbank Zwolle stond toe dat een burger brieven van de gemeente publiceerde om zo ook een misstand aan de kaak te stellen.

Auteursrechten

Bij uitgebreidere stukken, zoals bijvoorbeeld deskundigenrapporten of adviezen van derden, krijg je mogelijk ook te maken met auteursrechten. Zo.n stuk kan bijvoorbeeld een lap tekst of een afbeelding uit een werk van een ander bevatten, en het is niet gezegd dat je dat online mag publiceren. Bij het schrijven van zulke stukken wordt vaak geen rekening gehouden met auteursrechten, omdat de auteur niet verwacht dat die stukken openbaar gemaakt worden.

In het Scientology-arrest van 2003 werd geoordeeld dat in zeer uitzonderlijke gevallen het schenden van een auteursrecht toegestaan is op grond van de vrije meningsuiting. In die zaak wilde men aantonen dat Scientology "met hun leer en organisatie de verwerping van democratische waarden niet schuwen" en dat kon alleen door geheime documenten te publiceren. Maar in 'gewone' gevallen zal een beroep op dit arrest niet snel opgaan.

Vonnissen en rechtbankdossiers

Wie in een gerechtelijke procedure is verwikkeld, kan en mag daar op internet verslag van doen. Je eigen stukken mag je zonder meer publiceren. Echter, correspondentie tussen advocaten moet je niet zomaar openbaar maken. Er bestaat zoiets als "confraternele correspondentie", oftewel correspondentie tussen advocaten waarmee ze proberen een zaak te schikken. Dergelijke correspondentie mag niet zomaar in het geding worden gebracht (art. 12 en 13 van de gedragsregels voor advocaten. Een advocaat die zo'n brief zomaar aan de rechter overhandigt, handelt in strijd met die gedragsregels. In de Nijntje-zaak werd publiceren van een dossier niet verboden, maar daarbij speelde ook mee dat de wederpartij formeel erg laat was met eisen van dit verbod.

Een vonnis, arrest of beschikking van de rechtbank mag altijd online. Dit is publieke informatie waar geen rechten op zitten. Als het vonnis niet ter zake doende namen of andere persoonsgegevens noemt, is het netjes die te anonimiseren. Procedeer je bijvoorbeeld tegen een gemeente, dan hoeft de naam van de behandelend ambtenaar niet genoemd te worden.

Klokkenluiden en lekken van bedrijfsgeheimen

Als werknemer publiceren over een misstand op je werk heet juridisch klokkenluiden. Er zijn dan mogelijkheden om geheime documenten te gebruiken als ondersteuning van je publicaties, maar wees daar wel uiterst voorzichtig mee.

Gerelateerde artikelen

Gespecialiseerd advies nodig?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of zit u met een juridisch probleem waar u advies over wilt? Neem dan contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, auteur van dit artikel.

© Arnoud Engelfriet. Dit werk mag vrij worden verspreid en gepubliceerd zoals bepaald in de licentievoorwaarden.

Laatste wijziging:
6 november 2018