Ius mentis Homepage | Categorieën | Lijst A-Z | Willekeurig artikel | Herpubliceren? | Over deze site | Blog | Contact
 

Richtlijnconform filteren van peer-to-peer verkeer door providers

Iin de zaak tussen de auteursrechtenorganisatie SABAM en Internetprovider Scarlet (voorheen Tiscali) oordeelde de Belgische rechter dat de provider een plicht had een geautomatiseerd auteursrechtenfilter te installeren. Echter, artikel 12 en 15 van de Richtlijn elektronische handel zeggen dat een provider niet aansprakelijk is voor wat hij doorgeeft, en bovendien dat hij geen plicht opgelegd mag krijgen om preventief te filteren.

In dit artikel, gepubliceerd in Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER) bespreekt ICT-jurist en octrooigemachtigde Arnoud Engelfriet de vraag of richtlijnconform filteren van internetverkeer mogelijk is. Download het artikel (PDF, 0.9 MB). Hieronder een samenvatting.

Inhoudsopgave

Het auteursrechtfilter

Geautomatiseerde auteursrechtfilters zijn technisch mogelijk. Muziek en filmwerken blijken herkenbaar aan hun digitale vingerafdruk. Bovendien is gespecialiseerde technologie beschikbaar die alle in- en uitgaand verkeer kan bestuderen: deep packet inspection.

Hoewel het internetverkeer gigantisch is, blijkt het met deze technologie mogelijk om specifiek peer-to-peer packets te identificeren en te isoleren. De volgende stap is het inhoudelijk controleren van de via P2P uitgewisselde werken. Dit gebeurt via hun unieke "digitale vingerafdruk".

Waar vingerafdrukken van mensen gevormd worden door unieke ribbeltjes op de vingers, wordt de digitale vingerafdruk van muziek of film gevormd door unieke kenmerken van het audio- of videosignaal, zoals uitschieters in de signaalsterkte binnen een bepaalde tijd of het stijgen dan wel dalen van de signaalsterkte binnen bepaalde frequentiebanden. Deze kenmerken blijken uniek voor elk werk en kunnen daarmee ingezet worden bij herkenning.

Via deep packet inspection kunnen dus alle via P2P uitgewisselde bestanden geïdentificeerd worden. Vervolgens kan hun vingerafdruk genomen worden, zodat deze kan worden vergeleken met een database met door rechthebbenden aangeleverde vingerafdrukken van beschermde werken. Als de genomen vingerafdruk overeen komt met ��n van deze geregistreerde vingerafdrukken, dan wordt het werk zonder toestemming van deze rechthebbenden verspreid. De verdere verspreiding wordt dan volautomatisch tegengehouden.

Strijd met de richtlijn

De technische ingredi�nten zijn er dus. Het probleem is alleen dat deze manier van grootschalig preventief filteren ingaat tegen de regeling over aansprakelijkheid van providers uit de Richtlijn elektronische handel.

Een provider die toegang biedt tot internet heet in de terminologie van de Richtlijn elektronische handel een access provider. Bestanden die haar klanten via P2P verspreiden, zijn afkomstig van de systemen van klanten en passeren slechts de provider op weg naar hun bestemming elders. De bestanden worden niet opgeslagen (gecached) bij de provider. Art. 6:196c BW, de implementatie van art. 12 lid 1 van de Richtlijn elektronische handel, bepaalt dat de provider dan niet aansprakelijk is, mits hij niet het initiatief voor de doorgifte neemt, hij de ontvanger niet selecteert en hij de doorgegeven informatie niet selecteert of wijzigt.

Door een preventief filter zoals hierboven beschreven te implementeren, komt de provider echter in een positie waarin hij juist wel de doorgegeven informatie selecteert. Informatie wordt tegengehouden vanwege de mogelijkheid van inbreuk op rechten van derden. Er is geen sprake van optreden naar aanleiding van een klacht of mededeling van de kant van de rechthebbende. Echter, een "algemene verplichting tot toezien op informatie of actief zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden" is verboden op grond van artikel 15 lid 1 van de Richtlijn.

Richtlijnconform filteren

Filters kunnen wel degelijk ingezet worden op een manier die in overeenstemming is met de bedoeling van de Richtlijn. Daarvoor moet het filter niet preventief worden ingezet, maar juist reactief.

Artikel 12 lid 5 Richtlijn staat het nemen van maatregelen achteraf toe om een inbreuk te be�indigen of voorkomen. Hieronder valt bijvoorbeeld het blokkeren van toegang tot of doorgifte van een specifiek werk. Een reactief mechanisme bestaat al voor hosting providers. Deze zijn gehouden om, wanneer zij op een inbreuk worden gewezen, het inbreukmakende materiaal te blokkeren of te verwijderen (art. 6:196c lid 4 BW). Dankzij de digitale vingerafdruk kan dit mechanisme nu ook bij access providers worden toegepast, zodat ook zij kunnen ingrijpen bij specifieke gevallen van inbreuk.

De procedure werkt dan als volgt. Wanneer de provider nu een klacht ontvangt over verspreiding van een bepaald werk, neemt hij de vingerafdruk van dat specifieke werk op in de database. Daarmee wordt verdere verspreiding van dat werk onmogelijk. Bovendien kan dan meteen de abonnee in kwestie -die in de klacht moet worden geïdentificeerd, bijvoorbeeld via zijn IP-adres- de wacht worden aangezegd. Mocht er toch sprake zijn van een legitieme verspreiding (bijvoorbeeld omdat sprake was van een parodie op het werk), kan deze reageren en dan kan het werk weer uit de database worden verwijderd.

Deze procedure wordt bijvoorbeeld gebruikt bij Youtube. In mei 2007 introduceerde profielensite Myspace een vergelijkbare tool. Zij noemde deze, heel toepasselijk, "Take Down, Stay Down".

Download het artikel

Download het artikel (PDF, 0.9 MB).

Aanbevolen citeerwijze: A. Engelfriet, 'Richtlijnconform filteren van peer-to-peer verkeer', IER 2007, 97.

Gerelateerde artikelen

Gespecialiseerd advies nodig?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of zit u met een juridisch probleem waar u advies over wilt? Neem dan contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, auteur van dit artikel.

© Arnoud Engelfriet. Dit werk mag vrij worden verspreid en gepubliceerd zoals bepaald in de licentievoorwaarden.

Laatste wijziging:
6 november 2018