Octrooien op software

Zoals iedereen weet (of zou moeten weten) zijn computerprogramma's auteursrechtelijk beschermd. Het kopieren van een softwarepakket is verboden zonder toestemming van de auteur. Ook het overnemen van een gedeelte van de code mag niet zomaar. Het auteursrecht heeft echter zo zijn beperkingen. Zo is het bijvoorbeeld weer wel toegestaan om een eigen programma te schrijven dat geinspireerd is op dat van een ander qua functionaliteit. Het octrooirecht biedt hiertegen wel bescherming, en het is dan ook geen verrassing dat de vraag of software octrooieerbaar is, steeds vaker naar voren komt.

Wat is een octrooi

Een octrooi is, kort gezegd, een van overheidswege verstrekt monopolie op een bepaald stuk techniek. Wie een octrooi heeft op een uitvinding, kan een ander verbieden die uitvinding na te maken, te verkopen of in te voeren, zelfs als die ander de uitvinding geheel onafhankelijk zelf ook gedaan heeft. Het octrooi geldt voor twintig jaar, daarna is de techniek vrij te gebruiken voor iedereen.

Een octrooi is wel beperkt per land. Een in Nederland verleend octrooi biedt geen bescherming tegen namaak in Duitsland of in de VS, in tegenstelling tot het auteursrecht, waar internationale verdragen automatisch wereldwijde bescherming bieden. De uitvinder moet in elk land apart een octrooiaanvraag indienen om daar bescherming te krijgen.

De term "patent" is een Germanisme, maar duidt precies hetzelfde aan als de term "octrooi".

Procedure

De procedure om een octrooi te krijgen verschilt per land, maar verloopt grofweg als volgt. De uitvinder maakt een volledige beschrijving van de uitvinding (of beter nog, laat dat doen door een octrooigemachtigde, die zich heeft gespecialiseerd in dit werk), en dient deze in bij een nationale octrooiraad.

De octrooiraad voert vervolgens een onderzoek uit naar `de stand der techniek'. Dit wil zeggen dat zij de literatuur er op na zoeken om te bepalen wat er al bekend was op de dag van indiening van de aanvraag. Aan de hand van dit onderzoek bepaalt zij of er werkelijk sprake is van een octrooieerbare uitvinding. Om voor octrooi in aanmerking te komen, mag de uitvinding niet reeds bekend zijn uit een eerder gedane publicatie. Ook mag er geen sprake zijn van een simpele variatie op iets dat al bekend was. Blijkt er inderdaad geen dergelijke eerdere publicatie te zijn, dan krijgt de uitvinder een octrooi.

Deze hele procedure is nogal kostbaar, en de kosten voor het verkrijgen zijn dan ook hoog. Wie dus in een aantal landen in Europa octrooi wil, kan daarom beter niet in elk land afzonderlijk octrooi aanvragen, maar gebruik maken van het Europees Octrooiverdrag of EOV. Dit verdrag biedt de mogelijkheid om via een enkele procedure bij het Europees Octrooibureau (EOB), gevestigd in Rijswijk en Munchen, een octrooi te krijgen dat in alle bij het EOV aangesloten landen geldig is. Het EOV heeft overigens niets te maken met de Europese Gemeenschap.

Het succes van het EOV is zo groot dat we in Nederland sinds 1995 geen eigen octrooiraad meer hebben die een octrooiaanvraag inhoudelijk beoordeelt. Het aantal puur Nederlandse aanvragen was dusdanig gedaald dat dit niet meer zinvol was.

Software

Het EOV bevat een artikel waarin wordt geregeld wat voor soort uitvindingen voor octrooi in aanmerking kunnen komen. In dit artikel staan computerprogramma's expliciet genoemd in een lijst van onderwerpen die uitgesloten zijn van octrooibescherming. Op het eerste gezicht is er dus niets aan de hand: octrooi op software is niet mogelijk. Echter, iets verderop staat dat die uitsluiting alleen geldt voor computerprogramma's als zodanig.

Deze uitzondering is in het EOV opgenomen vanwege een algemeen principe in de wetgeving rond de intellectuele eigendom. Het is de bedoeling dat er voor een bepaald onderwerp slechts 1 soort IE-recht beschikbaar is. Wie een merk gebruikt, maar vergeten is dat te deponeren, moet niet via het auteursrecht alsnog zijn recht kunnen halen. En wie via het auteursrecht geen gelijk krijgt, hoort niet langs het octrooirecht toch een concurrent aan te kunnen pakken. Voor software is destijds besloten dat dit door het auteursrecht beschermd moet worden, en dus werd deze bepaling in het EOV opgenomen om de scheiding duidelijk te maken.

Er zit hier wel ergens een onrechtvaardigheid in deze uitsluiting. Een hardwarematige schakeling die iets innovatiefs doet, komt zonder meer in aanmerking voor octrooibescherming, maar een computerprogramma dat een "gewone" processor hetzelfde innovatieve laat doen niet. Langs allerlei wegen is de afgelopen jaren dan ook druk uitgeoefend op het EOB om toch octrooi te verlenen op programma's. Tegenwoordig is dit inderdaad mogelijk, dankzij een -ietwat aparte- uitleg van de term "computerprogramma als zodanig". Volgens de laatste rechtspraak van het EOB is een programma meer dan een "programma als zodanig" wanneer het iets innovatiefs kan doen. Dat wil zeggen dat een uitvinding die als hardware octrooieerbaar zou zijn, dat nu ook als software is.

Echter, het EOV verbiedt nog steeds octrooi op software als zodanig, en deze bepaling is door de bij het EOV aangesloten landen overgenomen in hun eigen wetgeving. Het is dus absoluut niet zeker of deze redenering wel bij de nationale rechters overeind blijft.

Om aan deze onzekerheid een einde te maken, heeft het EOB voorgesteld om deze uitzondering dan maar te schrappen. Dit zou moeten gebeuren in een conferentie in december 2000. Rond dezelfde tijd overwoog ook de Europese Unie om een richtlijn aan te nemen die octrooien op software toe moest staan.

Verzet

In de Verenigde Staten was het al langer mogelijk om octrooi te krijgen op software. Hierbij bleken er echter een aantal problemen op te treden. Met name deed zich het probleem voor dat het Amerikaans Octrooibureau (USPTO) vaak niet goed kon bepalen of een software-gerelateerde uitvinding nu al bekend was of niet. Dit had weer tot gevolg dat er octrooien werden verleend op uitvindingen die allang in gebruik waren, tot grote woede van de mensen die die uitvindingen gebruikten. Zij konden nu immers door de octrooihouder worden tegengewerkt.

Tevens was er, met name in open source kringen, groot verzet tegen het idee dat er octrooi op software-ideeen verleend zou kunnen worden. Hiermee zou het immers onmogelijk worden om een eigen stuk software te ontwikkelen dat functioneel hetzelfde werkt als een bestaand product, maar dat volledig vrij is in het gebruik. Met een octrooi kan immers ook een onafhankelijk ontwikkeld product worden tegengehouden als dat gelijk is aan de geoctrooieerde uitvinding.

Toen dus de plannen bekend werden om in Europa octrooi op software toe te staan, kwam er een grote lobby op gang om dit tegen te houden. Een petitie van de EuroLinux Alliance verzamelde tienduizenden handtekeningen van software-bedrijven en prive-personen die verklaarden tegen octrooien op software te zijn. Geschrokken van deze reactie blies de Europese Unie haar plannen af. Het EOB stelde het schrappen van de uitsluitingsclausule uit tot een volgende conferentie, maar het is allerminst duidelijk of men daar zal besluiten deze clausule alsnog te schrappen.

Op dit moment is er dus een ietwat merkwaardige situatie ontstaan. Volgens het EOV, en dus ook de nationale wetten van de bij het EOV aangesloten landen, kan er geen octrooi op software worden verleend. In de praktijk gebeurt dit toch, door de uitleg die het EOB geeft aan de term "computerprogramma als zodanig". Niemand weet echter of de nationale rechters hierin mee zullen gaan, en het lijkt er op dat weinig octrooihouders zin hebben om er achter te komen. Dit geeft weer grote onzekerheid binnen software-kringen, omdat die nu niet weten of ze zich nu wel of niet zorgen moeten maken over octrooien.