Wat zegt u? Smaad op Internet

Wie ontevreden is over een andere persoon of een bedrijf, kan zich op een website, blog of mailinglijst afreageren op die persoon of dat bedrijf. Dat mag, maar wanneer daarmee iemands eer of goede naam wordt aangetast, kan sprake zijn van belediging, smaad of laster.

Het opzettelijk aantasten van iemands eer of goede naam door verspreiding van een bepaald feit is een misdrijf: smaad. Als dat schriftelijk gebeurt, en publicatie op een website is "schriftelijk", maakt de dader zich schuldig aan smaadschrift. Een verwant misdrijf is laster: het opzettelijk verspreiden van iets waarvan de dader weet dat het een leugen is.

Een verdediging tegen smaad is dat het verweten feit waar is, en dat het in het algemeen belang was om dit feit te verspreiden. Wat precies dit "algemeen belang" is, is vrijwel geheel afhankelijk van het geval.

Mening of smaad?

Het staat iedereen vrij zijn mening te geven over een bepaald onderwerp, dus ook over bijvoorbeeld de service bij een winkel of het gebruik van goedkope arbeiders in derdewereldlanden door een bedrijf. Actiegroepen doen dit al jaren, en of het nu via een poster, een folder of een website gebeurt maakt niet uit.

Die mening moet, voorzover het gaat over feitelijke zaken, natuurlijk wel kloppen. Als een bedrijf gebruik maakt van kinderarbeid, mag dat best gemeld worden. Echter, als iemand dat beweert terwijl het niet waar is, is het imago van dat bedrijf onterecht geschaad. En wie een ander schade toebrengt, moet deze vergoeden.

Het zal echter vaak niet meevallen om aan te geven waar een feit ophoudt en een mening begint. Vaak gaat het om de interpretatie van dat feit, bijvoorbeeld bij de vraag of er sprake is van kinderarbeid, of bij de vraag of de omstandigheden waarin varkens worden vetgemest acceptabel zijn of niet. De houder van die varkens zal van mening zijn dat dat het geval is, de actievoerders beweren het tegenovergestelde.

Smaad en belediging

Een belediging is een algemene negatieve uitlating over een persoon. Bij smaad wordt de uitlating specifiek en is het doel de eer of goede naam van die persoon aan te tasten. Wie zegt, "Jansen is een dief", beledigt Jansen. Smaad zou zijn "Koop niet op Marktplaats.nl bij Jansen, want hij incasseert wel je geld maar stuurt de spullen niet op".

Meer uitgebreide introducties over belediging en smaad zijn Geschokt, gekwetst, verontrust? van Harry Coerver, en Belediging, smaad en laster op Bescherm Jezelf. Wie echt alle juridische details wil weten, kan beginnen met het vierhonderd pagina's tellende proefschrift Strafbare belediging van Alfred Janssens (1998).

De waarheid

Veel mensen denken dat zolang je maar geen leugens vertelt, je uitlatingen geen smaad kunnen zijn. Dat is onjuist. Een ware bewering ("Jansen is een dronkelap") kan ook smaad zijn. Het criterium is tenslotte of met de bewering Jansen's eer of goede naam wordt aangetast. En als niemand overlast heeft van Jansen's drankgebruik, wordt door die bewering zijn goede naam zeker aangetast.

Wat wel een geldig excuus is, is dat het in het algemeen belang is om de bewering te doen. Als Jansen bijvoorbeeld zich er op laat voor staan tegen drankmisbruik te zijn, is het gerechtvaardigd om te melden dat hij zelf regelmatig veel drinkt. Hetzelfde geldt als Jansen door zijn drankmisbruik problemen veroorzaakt.

Als de verteller weet dat het niet waar is wat hij vertelt, dan heet het laster.

Criteria

Het is erg moeilijk om een algemene regel te geven over de vraag of iets smaad, laster of een belediging is. Uit de rechtspraak blijkt dat er altijd een afweging gemaakt wordt. Hoe verhoudt de uitspraak zich tot de feiten (is het waar maar overdreven, helemaal niet waar), hoe belangrijk was het om dit te vertellen, en in wat voor onderlinge positie zitten de partijen. Het is lang niet altijd zo eenvoudig als "een agent een rat noemen is belediging van een ambtenaar in fucntie".

Zo vond de rechter in 2005 het een belediging om de directeur van het Erasmus Dierexperimenteel Centrum een dierenbeul te noemen. Deze directeur stond met naam en foto op een website, waar ook verzonnen citaten zoals "voor mijn 'werk' martel ik zoveel dieren" bij gezet waren. Alhoewel er wel degelijk op dieren getest werd in dit centrum, bleek deze directeur zich juist in te zetten voor alternatieven daarvoor. Daarom kwam de rechter in de belangenafweging tot de conclusie dat hier sprake was van belediging.

Het Dagblad Tubantia liet zich in februari 2006 kritisch uit over een alternatieve geneeswijze voor kanker, en werd door de bedenker van die geneeswijze gedaagd wegens laster. De rechter oordeelde "gezien de grote hoeveelheid vrij toegankelijke gegevens kan als van algemene bekendheid worden beschouwd, dat [Eiser] en zijn cellulaire geneeskunde plus de door hem beweerde wetenschappelijke doorbraak sterk omstreden zijn en een geur van kwakzalverij afgeven."

Op grond daarvan kwam de rechter tot de conclusie "De artikelen bevatten geen onvertogen woord en zijn ook niet feitelijk onjuist. De toonzetting is ingehouden kritisch, maar dat mag gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor over [Eiser] en zijn omstreden pretenties heeft vastgesteld." De krant werd dan ook vrijgesproken.

Smaad en parodie

Een parodie is een humoristisch werk waarin een ander werk belachelijk wordt gemaakt. Dat kan natuurlijk ook met een persoon: denk aan de parodieën op bekende politici of een pastiche van de schrijfstijl van een bepaalde schrijver. Deze kan de parodie natuurlijk als belediging of zelfs smaad ervaren.

De grens is ook hier weer lastig te trekken. Zeker bekende personen moeten "ergens tegen kunnen". Maar wanneer de parodie niet duidelijk als grap herkenbaar is, maar bijvoorbeeld serieus probeert iemand anders -en beledigend- neer te zetten, kan er sprake zijn van een onrechtmatige parodie. Zo werden bijvoorbeeld in 1994 negatieve uitlatingen over house-muziek van een dominee op de radio verwerkt in een house-nummer. Omdat de citaten sterk verknipt en vervormd waren, kwamen zijn uitspraken absurd over waardoor hij voor gek gezet werd. De rechter vond dat dit de goede naam van de dominee aantastte.

Lekken

Een goede manier om je gelijk aan te tonen, is het gebruik van documenten uit dat bedrijf waarin bewijs staat voor je stelling. De Scientology-beweging wordt er bijvoorbeeld al jaren van beschuldigd dat zij haar tegenstanders met allerlei onfrisse praktijken probeert uit te schakelen. Om dit aan te tonen, gebruikten deze tegenstanders documenten van Scientology zelf, waarin bijvoorbeeld werd beschreven hoe rechtszaken kunnen worden gebruikt om iemand het leven zuur te maken. Deze documenten waren 'gelekt' door ontevreden leden, of via een rechtszaak openbaar geworden.

Na publicatie van deze documenten op een aantal websites, startte Scientology rechtszaken tegen de eigenaren van die websites wegens schending van hun auteursrecht op die documenten. Zij hadden immers geen toestemming gegeven voor publicatie. De eigenaren pasten vervolgens hun websites aan en vervingen de documenten door zelfgeschreven kritische teksten met citaten uit die documenten. Voor het citeren uit andermans werk is geen toestemming nodig, dus er was nu niet langer sprake van inbreuk op het auteursrecht.

Wie dus gelekte documenten integraal overneemt op zijn website, loopt daarmee het risico voor de rechter gedaagd te worden. Er is echter nog een risico, namelijk dat het 'lek' door de publicatie achterhaald kan worden. Een bekende truc om een lek op te sporen, is namelijk om alle verdachte medewerkers een iets andere versie van een document te geven, bijvoorbeeld met de bedragen in een tabel steeds iets gewijzigd. Vervolgens kijkt men op de website welke bedragen uit die tabel daar vermeld staan, en gaat na aan wie die versie gegeven is.

Anonimiteit

Op Internet is het eenvoudig om anoniem dingen te zeggen tegen een groot publiek. Dat maakt het dus ook een stuk makkelijker om beledigende of smadelijke dingen over anderen te zeggen. Toch kan bijvoorbeeld onder pseudoniem bloggen minder anoniem zijn dan het lijkt.

In 2005 bepaalde de Hoge Raad in de zaak Lycos vs. Pessers dat hosting provider Lycos de NAW-gegevens (naam, adres, woonplaats) moest afgeven van een klant die de eiser, Pessers, beledigd zou hebben.

Het merkrecht

Om je website bij zo veel mogelijk mensen onder de aandacht te krijgen, is een mooie domeinnaam erg handig. En wat is er nu een mooiere domeinnaam voor een site die tegen Microsoft ageert dan 'microsoft-sucks.com'?

Een probleem dat zich hierbij voordoet, is dat het woord 'Microsoft' een geregistreerd handelsmerk is. Dat wil zeggen dat niemand dat woord zomaar mag gebruiken, in ieder geval niet bij de verkoop van producten of diensten. Wie zijn eigen tekstverwerker verkoopt als "Microsoft Superword" pleegt merkinbreuk.

Ook het gebruik van merknamen bij kritische sites wordt vaak gezien als merkinbreuk, met name door de bekritiseerde bedrijven. Volgens de Nederlandse wet is het ook niet toegestaan om een merk commercieel te gebruiken als daarmee afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk. Zo was er in 1981 een zaak voor de Hoge Raad van Philips tegen het blad de Haagse Post. Dit blad had een kritisch artikel gepubliceerd over de rol van Philips tijdens de Tweede Wereldoorlog, en gebruikte daarin natuurlijk de merknaam "Philips". Het probleem was echter dat zij ook het logo van Philips op de voorpagina voerden, met de sterretjes vervangen door hakenkruizen. De Hoge Raad oordeelde dat dit commercieel gebruik was van het logo (ook een merk), omdat dit slechts diende om de verkoop van het blad te stimuleren en niet nodig was voor de kritiek op het bedrijf.

De vraag of gebruik van een merknaam in een domeinnaam nu nodig is om kritiek te leveren is erg lastig. Aan de ene kant is het daarmee direct duidelijk waar de kritiek over gaat, en wordt de informatie sneller gevonden. Aan de andere kant zijn er genoeg andere namen voor kritische sites te bedenken.

Internationaal

De bovenstaande regels zijn gebaseerd op de Nederlandse wet, en zijn dus van toepassing als de eigenaar van de kritische website en de website zelf zich in Nederland bevinden. Als een van de twee in het buitenland staan, bijvoorbeeld een Nederlandse eigenaar van een Belgische website, wordt de situatie al wat onoverzichtelijk. Waar is het strafbare feit smaad nu gepleegd? In Nederland, waar de eigenaar de tekst heeft ingetypt en heeft geupload naar zijn website? Of in België, vanaf waar de tekst naar anderen verspreid wordt?

Het is, vanwege het relatief nieuwe karakter van dit soort situaties, bijzonder moeilijk voor juristen om deze vraag te beantwoorden. Op het eerste gezicht lijkt het er op dat de plaats waar de eigenaar woont bepalend is: deze is immers verantwoordelijk, en kan in zijn eigen land worden veroordeeld tot het weghalen van de website, desnoods op straffe van een dwangsom. Maar als de eigenaar anoniem de teksten op een openbare website, zoals Blogger.com, neerzet, wie moet de beledigde dan aanklagen? Het Amerikaanse bedrijf Google, eigenaar van Blogger.com? En wat nu als de uitlatingen volgens de Amerikaanse wet niet strafbaar zijn?