Ius mentis Homepage | Categorieën | Lijst A-Z | Willekeurig artikel | Herpubliceren? | Over deze site | Blog | Contact
 

Auteursrecht op Internet

Tot de uitvinding van de boekdrukkunst was er nauwelijks behoefte aan bescherming van geschriften of muziek. Wie een boek wilde namaken, moest het handmatig (laten) overschrijven, en dat was dusdanig onhandig en traag dat een auteur daar weinig last van had. Nadat de drukpers het overschrijven had geautomatiseerd, veranderde deze situatie. Als een drukker net met veel moeite een manuscript tot boek had getransformeerd, was de kans groot dat een ander snel dat boek overnam en zelf uitgaf. Om dit te voorkomen, lobby'den de drukkers bij de koningen en andere staatshoofden voor exclusieve rechten, en dit leidde tot de auteurswetten zoals we die nu kennen.

De auteurswetten hebben in de loop der eeuwen aardig wat veranderingen ondergaan. De meest recente auteurswet in Nederland dateert uit 1912, en geeft auteurs het exclusieve recht op het maken van kopie�n ("verveelvoudigingen") en op het publiceren van het werk ("openbaarmakingen"). Hieronder vallen ook opvoeringen op toneel, filmvoorstellingen, radio- en TV-uitzendingen enzovoorts.

Inhoudsopgave

Publicatie op Internet

Voor deze algemene formulering is destijds gekozen om de wet zo veel mogelijk technologie-onafhankelijk te houden. Hierdoor hoeft de wet niet meteen aangepast te worden als er een nieuwe techniek (zoals kabeltelevisie) ontwikkeld wordt, eNatuurlijk is het nooit onmiddelijk duidelijk hoe die formuleringen nu van toepassing zijn op die nieuwe techniek. Als een kabelexploitant een signaal uit de ether vist en naar zijn abonnees doorgeeft, is dat dan een nieuwe publicatie van het werk in het signaal? Of misschien een kopie van dat werk? En als een consument thuis met zijn videorecorder een programma opneemt, maakt hij dan een kopie? En zo ja, moet dat mogen? Dit leidt altijd tot heftige discussies, en vaak zelfs tot rechtszaken waarbij de rechter moet uitmaken of een bepaalde vorm van kopi�ren nu moet mogen of niet. In het geval van de videorecorder is in de VS expliciet gesteld dat thuiskopi�ren moet mogen, omdat het de consument meer vrijheid geeft. Die kan immers dan een programma later kijken. En daardoor lijdt de producent van het programma geen schade.

Eenzelfde discussie wordt op dit moment gevoerd over publicaties op Internet. Algemeen wordt wel geaccepteerd dat een webpagina een publicatie is, maar er zijn nog veel aspecten die niet uitgewerkt zijn. Mag je bijvoorbeeld als provider een tijdelijke kopie van een webpagina maken zodat gebruikers deze sneller op kunnen vragen (een zogeheten caching proxy)? En mag je een screenshot van een webpagina in een tijdschrift afdrukken?

Muziek op Internet

Hoe lastig deze vragen te beantwoorden zijn, werd recentelijk nog weer eens duidelijk bij de rechtszaken naar aanleiding van Napster. Middels dit programma kunnen gebruikers muziekbestanden in mp3-formaat met elkaar uitwisselen. Om bestanden bij andere gebruikers te kunnen vinden, bood Napster een server aan waarin men kon zoeken op titel, artiest enzovoorts. Zoeken op een titel leverde dan een lijst met een aantal computers op waarvan dat muziekbestand kon worden opgehaald. De gebruiker haalde vervolgens het bestand op bij een van die computers. Napster verspreidde dus zelf geen muziekbestanden.

Al snel werd Napster gebruikt als middel om populaire, beschermde muziek te verspreiden. De platenmaatschappijen waren daar niet gelukkig mee, omdat zij liever hadden dat iedereen de CD met muziek kocht.

Nu heeft de muziekindustrie wel vaker te maken gehad met piraten. Alleen, dat zijn voornamelijk bedrijfjes die eigen CD's persen en die vervolgens verkopen. Dat is een duidelijke inbreuk op de auteursrechten. Het maken van verveelvoudigingen is immers niet toegestaan zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Andere piraten zenden muziek uit op een illegaal radiostation. Ook dat mag niet: dat is een openbaarmaking van de muziek en daarvoor moet worden betaald. Napster is echter iets anders. Zij verspreiden geen muziek, maar brengen enkel mensen bij elkaar die met elkaar muziek uitwisselen. Wie is er nu schuldig?

Hyperlinks

Via het Web is het mogelijk om een werk toegankelijk te maken door er naar te linken. Hiermee kunnen gebruikers direct een referentie opvragen zonder eerst naar de bibliotheek of boekhandel te hoeven gaan. Ook hier kunnen zich situaties voordoen waarbij het auteursrecht in de knel komt. Er zijn echter nog genoeg manier om de situatie wat complexer te maken.

Allereerst is er de mogelijkheid om via "frames" meerdere pagina's naast elkaar te tonen. Hierdoor kan de indruk worden gewekt dat die pagina's bij elkaar horen of van dezelfde auteur zijn. Ook kan iemand op die manier zijn eigen advertenties tonen bij artikelen van een ander, en zo geld verdienen aan het werk van die ander. De algemene juridische opinie hier is dat dit niet kan, en dat dit duidelijk hergebruik van het artikel is.

Ook de deeplink is vaak een punt van discussie, al is de situatie daar wat minder duidelijk. Bij een deeplink wordt een hyperlink gelegd die direct leidt naar een plaatje, film of stuk muziek, of naar een webpagina, terwijl de auteur van het gelinkte werk eigenlijk een andere route naar dat plaatje, die film of dat stuk muziek in gedachten had. Vaak worden dergelijke werken immers vanaf een pagina met advertenties aangeboden, zodat de aanbieder de kosten van het verspreiden terug kan verdienen door die advertenties. Linkt iemand nu direct naar die werken, dan moet hij wel kosten voor het dataverkeer betalen, maar krijgt hij geen inkomsten er voor terug. Hier lijdt de aanbieder dus schade door de link.

Sterker nog, een ander kan het plaatje direct in zijn eigen pagina verwerken, zonder dat een lezer dat in de gaten heeft. Die persoon kan dan de indruk wekken dat het zijn eigen plaatje is.Dat is natuurlijk ook niet de bedoeling.

Echter, is het bij filmpjes of plaatjes nog te verdedigen dat er sprake is van inbreuk, bij webpagina's wordt het al een ander verhaal. Een webpagina is immers op zichzelf prima leesbaar, en kan worden voorzien van advertenties. De aanbieder lijdt dan geen schade als iemand daar direct naar linkt. Dat is ook de gedachte geweest achter de recente uitspraak in de zaak PCM versus kranten.com, waarbij de laatste direct linkte naar de krantenartikelen op de sites van kranten die eigendom zijn van PCM.

Aansprakelijkheid

Een gerelateerd probleem is dat het bij webpagina's vaak lastig is om de eigenaar er van aan te spreken, of die zo ver te krijgen de gewraakte pagina's weg te halen. Vaak wordt dan in plaats daarvan diens provider aangesproken Die is immers bekend, en heeft ook meestal meer bezittingen waarop beslag gelegd kan worden. Providers zijn daar vanzelfsprekend niet blij mee, omdat zij nu verantwoordelijk lijken te worden gesteld voor wat hun abonnees op Internet doen.

Gerelateerde artikelen

Gespecialiseerd advies nodig?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of zit u met een juridisch probleem waar u advies over wilt? Neem dan contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, auteur van dit artikel.

© Arnoud Engelfriet. Dit werk mag vrij worden verspreid en gepubliceerd zoals bepaald in de licentievoorwaarden.

Laatste wijziging:
6 november 2018