Ius mentis Homepage | Categorieën | Lijst A-Z | Willekeurig artikel | Herpubliceren? | Over deze site | Blog | Contact
 

Citeren en citaatrecht

Het citeren van een kort gedeelte van een boek of artikel is geen inbreuk op het auteursrecht. Essentieel is dat de bron en de maker van het werk worden vermeld, niet meer wordt geciteerd dan strikt nodig voor het doel, en dat het citaat getrouw is (liefst letterlijk). Citeren kan bijvoorbeeld om te vertellen over het werk of om er kritiek op te leveren.

Er is geen harde regel over het deel dat je over mag nemen van het origineel. Dat kan ook niet, want het gaat bij citeren om de vraag of je wat je overneemt, ook echt nodig hebt voor het doel van je citaat. Soms zijn honderd regels nodig, en soms zijn tien regels al te veel. Zie Hoe veel mag je citeren voor een voorbeeld.

Cruciaal bij citeren is wel de juiste bronvermelding. Citeren of parafraseren zonder bronvermelding heet plagiaat. Dit kan inbreuk op het auteursrecht zijn. Bij wetenschappelijke publicaties is plagiaat een doodzonde.

Inhoudsopgave

Citaatrecht

Het citaatrecht (artikel 15a Auteurswet) zegt dat een relevant deel van een werk van iemand anders mag worden overgenomen - mits met bronvermelding. Dat geldt voor tekst, foto's films, muziek en alle andere werken. Hieronder valt zowel het letterlijk citeren uit het werk als ook het parafraseren (herformuleren) van dat werk.

Bij het citeren uit of parafraseren van andermans werk gelden de volgende eisen:

Doelen bij citeren

Een citaat moet een bepaald doel dienen. Zomaar een stukje tekst of een foto verwerken in een artikel is nog geen citaat. De wet noemt de volgende doelen expliciet:

Ook andere doelen zijn goed, mits ze maar "vergelijkbaar" zijn met een van deze doelen. Zo mocht huizenzoekmachine Jaap stukjes van huizenadvertenties laten zien op haar eigen site, omdat dat doel vergelijkbaar was met een aankondiging van de advertentie. En wie een stelling wil ondersteunen of ontkrachten door een stukje uit een artikel, mag dat gewoon doen.

Citeren in fictie

Citeren uit een roman is prima, maar citeren in een roman ligt juridisch wat complexer. Het citeren moet namelijk gebeuren in de context van een min of meer serieuze publicatie, die ook enige relatie heeft met het geciteerde. Een kritiek op het geciteerde werk valt daaronder, maar hoe zit dat met een romanpersonage dat een liedje zingt?

Bij de laatste wijziging van het wetsartikel is opgemerkt:

Op grond van het wetsvoorstel mag straks ook worden geciteerd in populaire fictie of in literaire werken. ... Het gaat daarbij niet zozeer om de vorm als wel om de aard van het citeren. Die moet ... kritieken of recensies en soortgelijke doeleinden betreffen.

Het geciteerde werk in een fictie-werk moet dus wel een serieuze rol spelen. Bij een detective of thriller die fictie en non-fictie mengt, zou het citeren ter ondersteuning van de non-fictie delen in principe mogelijk moeten zijn.

Niet meer dan nodig

Het citaat mag niet langer of groter zijn dan nodig. Een heel artikel overnemen op een weblog mag niet. Alleen als het een heel kort artikel zou zijn, is het wellicht verdedigbaar om het in zijn geheel over te nemen wanneer je er bijvoorbeeld kritiek op wilt leveren.

Er zijn geen harde grenzen aan het aantal regels, seconden of pixels dat je mag overnemen. Soms zijn tien regels te veel, en soms zijn honderd regels prima. Het hangt volledig af van het doel waarvoor je citeert. Wat je voor dat doel echt nodig hebt, mag je overnemen.

"Hoe veel mag ik citeren" is dus de verkeerde vraag. Het gaat om "wat heb ik nodig voor mijn aankondiging/kritiek/bespreking/reactie".

Markeren van citaten

Belangrijk is dat je de passage duidelijk scheidt van de rest van het werk. Een heel kort citaat (een zin of een stukje van een zin) kun je tussen aanhalingstekens plaatsen. Een langer citaat wordt als aparte paragraaf opgemaakt, vaak met extra inspringen links en rechts.

Beeldcitaat

Ook citeren uit afbeeldingen en films mag. Over dit beeldcitaatrecht bestaan nogal wat misverstanden, maar de regels zijn hetzelfde als bij elk ander werk. Het overnemen van (een deel van) een afbeelding, foto, tekening of ander beeld is toegestaan om dat beeld aan te kondigen, te bekritiseren of te bespreken. Hergebruik van beeld als versiering is niet toegestaan. Lees verder in Citeren uit afbeeldingen - het beeldcitaatrecht.


Geluidscitaat

Net als citeren uit beeld is ook citeren uit geluid toegestaan. Maar let wel: citeren. Gewoon een stukje muziek als achtergrond is geen citaat. Het is toegestaan om een fragmentje van muziek of ander geluid over te nemen in de context van een citaat. Hoe groot dat fragment mag zijn, hangt af van het doel van het citaat. Er is geen harde grens zoals 10 of 30 seconden. Lees verder in Citeren uit muziek - het geluidscitaat.


Netjes citeren

In een citaat mag je niet zomaar dingen wijzigen. Taalfouten moet je laten staan. Irrelevante stukken uit een lange passage kun je weglaten als je dat aangeeft met drie puntjes, eventueel tussen haakjes.

Een citaat moet getrouw zijn aan het origineel. Een citaat geeft immers weer wat iemand anders zegt. Dat moet je dus letterlijk overnemen. Dat wil niet zeggen dat je het hele origineel moet kopiëren. Natuurlijk kopieer je alleen de zin of passage waar het om gaat. Maar je mag daar geen zaken inhoudelijk in wijzigen.

Bepaalde tekstuele zaken, zoals hoofd- en kleine letters, mag je wel wijzigen. Dit geef je aan door die wijziging tussen vierkante haken te plaatsen. Pas je de opmaak aan, bijvoorbeeld door iets vet of schuinschrift (italics) te maken, dan meld je dat achteraf.

Taalfouten

Taalfouten moet je laten staan. Vaak wordt er achter een taalfout de tekst "(sic)" toegevoegd om aan te geven dat dit ook letterlijk zo in het origineel stond (sic is Latijn voor "(het stond er) net zo").

Stukjes weglaten

Uit een lange passage kun je zinnen weglaten die voor het citaat niet relevant zijn. Ook uit een zin kun je stukjes weglaten. Dit geef je dan aan met drie puntjes, eventueel tussen haakjes.

Stel dit is de originele tekst:

Er bestaat geen auteursrecht op wetten, besluiten en verordeningen, door de openbare macht uitgevaardigd, noch op rechterlijke uitspraken en administratieve beslissingen (Auteurswet 1912, artikel 11).

Als je nu een stuk schrijft over de rechtspraak, en je wilt aangeven dat er geen auteursrecht op vonnissen rust, zou je dat als volgt kunnen doen:

Artikel 11 van de Auteurswet 1912 bepaalt: "Er bestaat geen auteursrecht op (...) rechterlijke uitspraken (...)". Vonnissen van de rechtbank mogen dus vrijelijk worden gekopieerd en verspreid.

Hier wordt dus het citaat uit de auteurswet opgevoerd tussen aanhalingstekens. Er staat ook een bronvermelding. Daarachter komt de interpretatie van de auteur.

Parafraseren

Parafraseren is het herformuleren van andermans tekst in je eigen woorden. Ook dit valt onder het citaatrecht. Bij parafraseren gebruik je geen aanhalingstekens. Je geeft nu immers niet meer de tekst van iemand anders weer, maar je eigen interpretatie daarvan.

Bij parafraseren blijft de eis bestaan dat je duidelijk je eigen interpretatie scheidt van wat de auteur van het origineel schreef. Je moet bij parafraseren dus extra zorgvuldig opletten op wat je schrijft. Je zou dus bijvoorbeeld kunnen zeggen "Op Ius mentis staat dat je korte stukjes mag citeren, en het lijkt mij dat 200 regels uit een boek een kort stukje is." Op die manier is duidelijk welke tekst van deze site komt, en dat die "200 regels" jouw interpretatie is van die tekst.

Bronvermelding

Bij alle vormen van citeren is een bronvermelding essentieel. Zonder bronvermelding is immers niet te zien dat het citaat (of de parafrase) van iemand anders is. De precieze vorm van een bronvermelding varieert.

Bronvermelding via hyperlink

Op het web kun je natuurlijk simpelweg een link leggen naar de bron, al is het wel zo netjes om er even de naam van de auteur en de titel van het werk bij te noemen. Maar dat werkt natuurlijk alleen bij bronnen die ook weer op het web staan.

Bronvermelding via lijst

Verschillende takken van wetenschap en letterkunde hebben zo hun eigen manier van bronvermelding. Zo werken natuurwetenschappers vaak met nummers in de lopende tekst die verwijzen naar een lijst met alle bronnen achterin. Juristen plaatsen meestal een voetnoot in de tekst en vermelden dan onderaan de pagina de bron. En zelfs binnen een vakgebied kunnen stijlen verschillen. Zo hebben wetenschappelijke tijdschriften vaak hun specifieke stijl die auteurs moeten volgen als ze in dat tijdschrift willen publiceren.

Voor korte teksten, of bij veel bronnen die je maar één keer gebruikt, is een bronvermelding in de lopende tekst het meest geschikt. Je vermeldt dan direct achter het citaat (tussen haakjes) de volledige vindplaats.

Omschrijven van vindplaatsen

Welke vorm van bronvermelding je ook kiest, op zeker moment zul je de vindplaats (van het citaat) moeten noemen. Dit kan een boek zijn, een artikel in een tijdschrift, een Website, een artikel in de krant, een lezing of zelfs een persoonlijke brief. De vermelding moet zodanig zijn dat iedereen hiermee de bron kan vinden. En, minstens zo belangrijk, de vermelding moet de specifieke versie noemen waar het citaat uit komt.

De gebruikte vindplaatsen noem je in de literatuuropgave of bibliografie. Meestal staat die achterin. Soms worden ze per hoofdstuk gegeven. Dat is met name nuttig als in elk hoofdstuk heel andere bronnen worden gebruikt.

Bij de vindplaats noem je de volgende elementen:

Naam van auteur(s)

Je kunt bijvoorbeeld auteurs met voornaam gevolgd door achternaam noemen, of eerst met hun achternaam en dan alleen voorletters. De keuze is niet zo belangrijk, maar wees wel consequent.

Als het werk meerdere auteurs heeft, kun je volstaan met de eerste te noemen en er "et al." bij te zetten. Dit is Latijn voor "en anderen" en geeft aan dat je de andere namen hebt weggelaten.

Soms moet je onderscheid maken tussen een auteur en een redacteur. De laatste geef je dan aan door "(red.)" achter zijn naam te zetten.

Voorbeeld: Jan Janssen, Piet de Vries en Klaas Boersma (red.)

De titel van het werk

Bij titels worden vaak op verschillende manieren hoofdletters en kleine letters gebruikt. De een gebruikt alleen een hoofdletter aan het begin van de titel, de ander gebruikt voor elk belangrijk woord een hoofdletter. In principe geef je alleen het eerste woord een hoofdletter, tenzij er natuurlijk een naam verderop in de titel staat. Engelstalige titels gebruiken wel hoofdletters voor 'belangrijke' woorden verderop in de titel.

Leestekens zoals komma's, dubbele punten en dergelijke neem je letterlijk over. Heeft het werk een ondertitel, dan kun je die aan de titel vastplakken met een koppelstreepje of een dubbele punt.

Voorbeeld: Hedendaags Nederlands: recente ontwikkelingen in de Nederlandse taal

Voorbeeld: Free Culture - How Big Media Uses Technology and the Law to Lock Down Culture and Control Creativity

Datum van publicatie

De datum is vaak cruciaal, zeker bij tijdschriften en Websites. Zonder datum is het vrijwel onmogelijk om vast te stellen uit welke aflevering van een tijdschrift een artikel komt. En Websites kunnen zo vaak veranderen dat de datum onmisbaar is. Bij boeken kun je volstaan met het jaartal plus de druk.

Wees ook hier consequent in de notatie van de datum. Het liefst worden maanden uitgeschreven, dus "3 januari 2004" in plaats van "3/1/04".

Sommige tijdschriften gebruiken voor alle afleveringen in één jaar één doorlopende bladzijdenummering. Als bijvoorbeeld elk tijdschrift 64 pagina's is, dan vind je bladzijdes 8-14 in het januarinummer en bladzijdes 92-93 in het februarinummer. In dat geval is het genoeg om jaartal en paginanummers te noemen.

Voorbeeld: 3e druk, 2004 (voor een boek)

Voorbeeld: 3 januari 2004 (voor een krantenartikel).

Voorbeeld: jaargang 18 (2004), pagina's 92-93 (voor een tijdschrift met doorlopende paginanummering).

Veel voorkomende vindplaatsen

De meest gebruikte vindplaatsen (literatuur) zijn boeken, tijdschriften, krantenartikelen en websites.

Boeken

Bij een boek noem je auteur, titel, uitgever, druk, jaar en ISBN. Meestal wordt de titel van het boek in cursief (italics) weergegeven.

Voorbeeld: Jan Renkema, Schrijfwijzer, vierde editie, Sdu Uitgevers 2002, ISBN 90 12 09023 7.

Artikelen

Bij een artikel in een tijdschrift noem je auteur, titel, naam van tijdschrift, verschijningsdatum, paginanummers.. Heeft het tijdschrift een duidelijke nummering van afleveringen, dan moet je die ook noemen. Titels van tijdschriftartikelen worden niet cursief (in italics) weergegeven, de naam van het tijdschrift juist wel.

Voorbeeld: Jan Janssen, Het gebruik van de komma in de Nederlandse krant 2001-2004, De Kommamier, afl. 3, maart 2005, blz. 92-93.

Krantenartikelen

Bij een krantenartikel noem je Kop (titel) van artikel, naam van krant en datum van verschijning. Bij een feitelijk nieuwsbericht hoef je de naam van de journalist niet te vermelden. Die staat er meestal ook niet bij. Bij een opinie-artikel of column vermeld je wel de naam van de auteur.

Voorbeeld: Drukte rond de dorpspomp, NRC Handelsblad 10 januari 2005.

Website

Bij een Website vermeld je: naam auteur, titel, naam van website (liefst met het woord "Website" er bij), URL en de datum van je laatste bezoek. Verwijs naar de specifieke Webpagina die je gebruikt hebt, niet alleen naar de Website. Als de Webpagina een datum noemt (b.v. "laatst gewijzigd"), neem je die datum ook op in de bronvermelding. Het is handig om er tussen haakjes bij te zetten wanneer je voor het laatst de Webpagina hebt bezocht.

Veel mensen zijn enigzins terughoudend over het gebruiken van Websites als referenties, omdat ze immers snel kunnen veranderen. Dat maakt het lastig om de bron na te gaan. Schrijf je zelf voor een Website, dan is dit minder belangrijk, omdat je immers dan het adres (de URL) kunt aanpassen of naar een andere bron kunt linken. Schrijf je voor een artikel, gebruik dan liever papieren bronnen of Websites waarvan de inhoud niet snel zal veranderen.

Ook worden auteurs wel aangeraden de Webpagina zoals zij die gebruikt hebben uit te printen en/of als PDF te bewaren. Verandert later de pagina, dan kan de print-out of PDF als bewijs dienen dat het er op dat moment toch echt zo op stond.

Sommige sites hebben zeer lange URL's (Webadressen) die lastig in een gedrukt publicatie op te nemen zijn. In dat geval is alleen de naam van de site genoeg, mits met de andere informatie (naam auteur, woorden uit titel) het artikel maar te vinden is.

Voorbeeld: Arnoud Engelfriet, Legaal bloggen: juridische valkuilen voor webloggers, Iusmentis website: http://www.iusmentis.com/maatschappij/juridisch/bloggen/, 27 januari 2006 (laatst bezocht 28 december 2006).

Gerelateerde artikelen

Gespecialiseerd advies nodig?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of zit u met een juridisch probleem waar u advies over wilt? Neem dan contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, auteur van dit artikel.

© Arnoud Engelfriet. Dit werk mag vrij worden verspreid en gepubliceerd zoals bepaald in de licentievoorwaarden.

Laatste wijziging:
6 november 2018