Ius mentis Homepage | Categorieën | Lijst A-Z | Willekeurig artikel | Herpubliceren? | Over deze site | Blog | Contact
 

Stilzwijgend verlengen van contracten en abonnementen: De Wet Van Dam

Veel abonnementen en andere contracten worden stilzwijgend verlengd. Dat wil zeggen dat als de wederpartij niets doet, hij automatisch weer voor lange tijd vastzit aan het contract. Dit roept veel irritatie op bij consumenten, zeker als ze weinig tot geen gebruik maken van de dienst uit het contract. Denk aan de sportschool.

De Wet Van Dam maakt hier een einde aan: kort gezegd is elk contract straks per maand opzegbaar. Dit geldt vanaf de eerste stilzwijgende verlenging, dus niet in het eerste contract. De algemene voorwaarden van het bedrijf mogen hier niet van afwijken. Voor kranten en tijdschriften zijn de regels iets soepeler. Verenigingen mogen echter hun eigen regels blijven voeren, dus ook inclusief verlenging met een jaar.

Inhoudsopgave

Wat houdt de Wet Van Dam in?

Op grond van de Wet Van Dam mag een consument een stilzwijgend verlengd contract op elke maand opzeggen, ongeacht de algemene voorwaarden. De opzegtermijn mag niet meer zijn dan een maand.

Opzeggen van stilzwijgend verlengde contracten

De Wet Van Dam bepaalt dat consumenten hun langlopende contracten (zoals abonnementen) op elk moment mogen opzeggen met een opzegtermijn van maximaal een maand. Dit recht ontstaat na de eerste stilzwijgende verlenging. Bij contracten die meteen voor onbepaalde tijd worden aangegaan, geldt dit opzegrecht meteen.

Maximale duur van een jaar

De Wet Van Dam verandert op zich niets aan de maximale duur van contracten, alleen aan de opzegtermijn. Volgens de wet mogen contracten maximaal voor één jaar worden aangegaan. Een contractsduur tot twee jaar is alleen toegestaan als de consument daarvoor een significant loyaliteitsvoordeel ontvangt, zoals een flinke korting ten opzichte van het jaarcontract of het gratis gebruik van een mobiele telefoon.

Opzegtermijn van een maand

Na de eerste stilzwijgende verlenging mag de consument op grond van de Wet Van Dam op elk moment opzeggen, met een opzegtermijn van een maand. Dit geldt ook als de verlenging formeel met meer dan een maand is. Men kan dus een verlenging van een jaar krijgen, maar die mag tóch elke maand worden opgezegd. Eventuele al vooruit betaalde bedragen voor de rest van dat jaar moeten dan worden terugbetaald.

Bij kranten en tijdschriften mag het bedrijf het abonnement verlengen met maximaal drie maanden. De opzegging is dan steeds tegen het einde van deze periode, en niet elke maand zoals bij normale contracten.

Voor consumenten

De term "consument" betekent "particuliere persoon" die niet beroeps- of bedrijfsmatig contracten sluit. Bedrijven vallen hier niet onder en zijn dus gebonden aan de gewone regels uit de algemene voorwaarden van de leverancier. Dit geldt ook voor eenmanszaken en vennootschappen onder firma, hoewel daar soms een uitzondering geldt. Dit heet reflexwerking en wil zoveel zeggen dat het bedrijf in dit geval gezien moet worden als consument, omdat het contract buiten het gebied ligt van zijn eigenlijke professionele activiteit.

Bij cursussen is overigens soms nog een beroep op de wetgeving rond de overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW) mogelijk. Wanneer een consument een dergelijke overeenkomst sluit, mag deze sowieso op elk moment en zonder schadevergoeding worden opgezegd (art. 7:408 lid 1 jo. 7:413 lid 2 BW), maar wel heeft de cursusorganisatie dan recht op redelijk loon (art. 7:411 BW). Het Hof Arnhem oordeelde onlangs dat een opleidingscursus dierenartsassistent onder de overeenkomst van opdracht valt. Het redelijk loon moest worden vastgesteld als de kosten van docenten, organiseren en administratie voor het daadwerkelijk gevolgde deel van de cursus.

Voor wie geldt de wet?

De Wet Van Dam geldt voor alle contracten met consumenten, behalve voor het lidmaatschap van verenigingen en voor verzekeringen. Voor kranten en tijdschriften gelden iets soepeler regels.

Alle contracten

De Wet Van Dam geldt voor alle contracten die "periodieke levering van producten of diensten" betreffen gedurende een zekere periode. Wanneer zo'n contract stilzwijgend verlengd, dan kan de consument op dat moment het contract verlengen.

Voorbeelden van contracten die onder de Wet Van Dam vallen zijn:

Kranten en tijdschriften

Abonnementen op kranten en tijdschriften vallen ook onder de Wet Van Dam. Echter, om de kwetsbare uitgeefindustrie te beschermen in deze economisch moeilijke tijden is hier een iets soepeler regel voor de uitgever opgenomen. Een abonnement op krant of tijdschrift mag niet per maand maar per drie maanden worden opgezegd, waarbij de consument uiterlijk moet opzeggen tegen het einde van de tweede maand van de verlenging. Doet hij dat niet, dan zit hij weer drie maanden vast aan het abonnement.

Internet- of telefonie

Contracten voor toegang tot internet of (mobiele en vaste) telefonie zijn ook na de eerste verlenging per maand opzegbaar. Dit was al langer zo: de Telecommunicatiewet bevatte al een paar jaar een dergelijke regeling. De Wet Van Dam verandert hier niets aan.

Verenigingen

Het lidmaatschap van verenigingen valt buiten de Wet Van Dam. Een vereniging mag dus nog steeds bepalen dat het lidmaatschap met een jaar wordt verlengd tenzij men tijdig opzegt met bijvoorbeeld één of twee maanden opzegtermijn. De gedachte achter deze uitzondering is dat een vereniging zelf via een algemene ledenvergadering kan bepalen hoe de verlengings- en opzegregelingen moeten luiden. Vaak zal wel een statutenwijziging nodig zijn hiervoor.

Wel is er een nieuwe regel opgesteld voor verenigingen: zij moeten op hun website of in hun ledenblad op een opvallende en duidelijke vermelden hoe men kan opzeggen. Daarmee zou het voor leden eenvoudiger moeten worden om hun lidmaatschap te beëndigen.

Overigens geldt deze uitzondering alleen voor het lidmaatschap zelf. Als een vereniging diensten levert waar leden een apart contract voor moeten sluiten, geldt op dat contract gewoon de Wet Van Dam. Denk aan een ledentijdschrift dat men apart moet aanvragen. Bij de vereniging ANWB is bijvoorbeeld de Wegenwacht een aparte dienst. De ANWB zelf stelt overigens dat deze dienst een verzekering is (een pechhulpverzekering) en daarmee zou deze buiten de Wet Van Dam vallen.

De regels uit de wet

De opzegregels uit de Wet Van Dam komen op het volgende neer:

Ook voor bestaande contracten?

De situatie voor bestaande contracten is bepaald onduidelijk. Hoewel het de wens van Van Dam was om ook bestaande contracten direct onder deze wet te laten vallen, lijken andere wetten hiertegen in de weg te staan.

De Wet Van Dam treedt in werking per 1 december 2011. Van Dam had daarbij in de memorie van toelichting opgenomen dat er geen overgangsrecht zou gelden. Ook bestaande contracten zijn per direct onderworpen aan deze regel, zo verklaarde hij.

Echter, volgens veel juristen zou de Overgangswet Nieuw BW uit 1969 van toepassing zijn op de Wet Van Dam. Deze overgangswet bepaalt dat een wetswijziging in het Burgerlijk Wetboek pas een jaar na inwerkingtreding mag worden toegepast op bestaande contracten. Daarmee zouden bestaande contracten pas op 1 december 2012 per maand opzegbaar worden. Volgens sommigen zelfs pas bij de eerste stilzwijgende verlenging ná deze datum, dus soms zelfs 1 december 2013!

Een door Van Dam ingediende reparatiewet die dit moest corrigeren, is op het laatste moment ingetrokken. Wat de gevolgen daarvan zijn, is nu niet duidelijk. Goed verdedigbaar is dat vanuit het consumentenbelang bestaande contracten tóch in 2012 al opzegbaar zijn en niet pas vanaf december van dat jaar. De Rijksoverheid.nl, Consuwijzer en Antwoordvoorbedrijven melden echter allen expliciet dat voor bestaande overeenkomsten de wet pas eind 2012 van toepassing is. Het woord lijkt dan ook aan de rechter.

In januari oordeelde de kantonrechter in Haarlem dat een sportschoolabonnement dat vóór ingang van de Wet Van Dam was aangegaan, op grond van die wet toch mocht worden opgezegd. Zoals de rechter het formuleerde:

Deze wet vormt immers de codificatie van de reeds bestaande maatschappelijke visie over hoe redelijkerwijze bij verlengde contracten dient te worden geoordeeld over opzeggingsmogelijkheden.

Hoe opzeggen

Opzeggen van een stilzwijgend verlengd contract kan op grond van de Wet Van Dam altijd via hetzelfde kanaal als waarlangs het contract is aangegaan. Eisen dat men schriftelijk of aangetekend opzegt, mag dus niet meer.

Veel bedrijven eisen dat men een contract of abonnementen schriftelijk opzegt, of zelfs via aangetekende post. Sportscholen eisen vaak dat men langs moet komen. En zo zijn er wel meer bedrijven die drempels opwerpen tegen consumenten die willen opzeggen. Dat mag niet meer.

De Wet Van Dam bepaalt dat wie via een bepaald kanaal (bijvoorbeeld de website of telefoon) een contract is aangegaan, ook altijd via dat kanaal moet kunnen opzeggen. Wie dus telefonisch een abonnement sluit, kan het ook telefonisch weer opzeggen. Het bedrijf mag dit niet weigeren te accepteren, ook niet als in de voorwaarden staat dat men schriftelijk moet opzeggen. Wel kan het lastig te bewijzen zijn dat men werkelijk via de telefoon heeft opgezegd.

Algemene voorwaarden

Algemene voorwaarden van een bedrijf mogen niet in strijd zijn met de Wet Van Dam. Zijn ze dat wel, dan mag een consument altijd per direct opzeggen bij een verlengd contract.

Kleine lettertjes

Bij contracten als deze worden eigenlijk altijd algemene voorwaarden gehanteerd. In die "kleine lettertjes" moet staan of sprake is van stilzwijgende verlenging en hoe en wanneer men moet opzeggen. Deze regels zijn in principe bindend naar de consument toe.

Algemene voorwaarden moeten echter wel voldoen aan de Wet Van Dam, anders zijn ze niet rechtsgeldig, ongeacht wat bedrijf en consument hebben afgesproken over verlenging. Een bedrijf mag dus geen langere termijn voor stilzwijgende verlenging of opzegtermijn hanteren, ook niet in ruil voor korting of iets dergelijks. Wel mag hij natuurlijk mínder dan een maand opzegtermijn hanteren.

Niet afwijken van de wet

Een bedrijf kan tegenover consumenten de Wet Van Dam niet uitsluiten of buiten toepassing verklaren. De wet geldt altijd, ongeacht wat er in algemene voorwaarden staat en ook ongeacht wat consument en bedrijf hebben afgesproken. Een consument kán dus niet akkoord gaan met een opzegtermijn van meer dan een maand bij stilzwijgende verlenging.

De Wet Van Dam gaat boven de algemene voorwaarden. Als een bedrijf een clausule heeft over verlenging of opzegtermijn die in strijd is met de algemene voorwaarden, dan is die clausule ongeldig. De consument kan dan zijn stilzwijgend verlengde contract op elk moment opzeggen en wel zonder opzegtermijn.

Stilzwijgend versus actief verlengen

De Wet Van Dam geldt alleen bij stilzwijgend verlengde contracten. Wie actief een nieuw contract accepteert, kan dat niet met een beroep op deze wet opzeggen.

De wet is specifiek gemaakt voor stilzwijgend verlengde contracten en abonnementen. Deze worden namelijk vaak vergeten door consumenten, of men realiseert zich te laat dat het contract weer verlengd is.

Bij actieve contractsverlenging geldt de Wet Van Dam niet. Daarvan is sprake wanneer het bedrijf de consument vraagt of deze het contract wil voortzetten, en alleen bij een positief antwoord ook daadwerkelijk het contract verlengt. En natuurlijk ook als de consument zélf bij het bedrijf meldt dat hij weer een jaar verder wil. Een bedrijf zou bijvoorbeeld een kadootje of korting kunnen bieden in ruil voor een actieve verlenging.

Gerelateerde artikelen

Gespecialiseerd advies nodig?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of zit u met een juridisch probleem waar u advies over wilt? Neem dan contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, auteur van dit artikel.

© Arnoud Engelfriet. Dit werk mag vrij worden verspreid en gepubliceerd zoals bepaald in de licentievoorwaarden.

Laatste wijziging:
6 november 2018