Ius mentis Homepage | Categorieën | Lijst A-Z | Willekeurig artikel | Herpubliceren? | Over deze site | Blog | Contact
 

Wanneer ligt een uitvinding voor de hand?

Een van de meest complexe aspecten van het octrooirecht is de "uitvinderswerkzaamheid" (Engels: obviousness) van een uitvinding. Om voor octrooi in aanmerking te komen, moet een uitvinding nieuw zijn (nog niet bestaan) en op uitvinderswerkzaamheid berusten. Dit laatste is het geval wanneer de maatregelen van de uitvinding niet voor de vakman voor de hand lagen. Maar wanneer is dat nu het geval?

Inhoudsopgave

De claims

Om een uitvinding te kunnen beoordelen, moet deze wel duidelijk gedefinieerd zijn. Hiertoe bevat elk octrooi aan het einde van de tekst een serie zogeheten "claims" (in het Nederlands ook wel: conclusies). Dit zijn opsommingen van maatregelen, eigenschappen en/of onderdelen die voor de uitvinding essentieel zijn.

Er zijn twee soorten claims: onafhankelijke en afhankelijke. De laatste soort is te herkennen aan het feit dat ze een verwijzing bevatten naar een andere claim (bijvoorbeeld: "A method as claimed in claim 1"). Zo'n afhankelijke claim bevat vaak maar een of twee maatregelen. Deze moeten echter worden gelezen in combinatie met alle maatregelen uit de claim waarnaar verwezen wordt.

Inbreuk op een octrooi is alleen mogelijk door te doen wat in ten minste een onafhankelijke claim vermeld staat. Hierbij moeten alle maatregelen (in het Engels ook wel beperkingen genoemd) van die claim toegepast worden. Anders gezegd, de claim definieert de beschermingsomvang (scope) van het octrooi. Dit betekent dat een octrooi alleen maar aangevallen kan worden door aan te tonen dat de beschermingsomvang volgens de claim te groot is.

Aanvallen op de claims

Aanvallen gebaseerd op nieuwheid

Er zijn grofweg twee manieren om een claim aan te vallen: nieuwheid en uitvinderswerkzaamheid. Bij nieuwheid geldt de eis dat alle maatregelen uit de onafhankelijke claim beschreven zijn in een enkel document. Ontbreekt zelfs maar een enkele, triviale maatregel, dan is de uitvinding volgens die claim toch nieuw. En ook is het noodzakelijk dat alle maatregelen ook in dezelfde combinatie beschreven staan in dat enkele document. Een elektrotechnisch naslagwerk toont ongetwijfeld alle (elektronische) onderdelen van een elektrotechnische uitvinding, aangezien het daar vrijwel altijd gaat om bestaande componenten zoals relais, weerstanden of condensators. Echter, dat naslagwerk zal waarschijnlijk niet de specifieke schakeling volgens de claim tonen.

Aanvallen gebaseerd op inventiviteit

De tweede mogelijkheid om een claim aan te vallen is op basis van uitvinderswerkzaamheid. Hierbij is een combinatie van documenten nodig waarin alle elementen uit een claim beschreven staan. Vervolgens moet je betogen waarom de vakman die documenten zou combineren en aldus bij de uitvinding zou uitkomen. En bij dat betoog is het niet toegestaan met hindsight (kennis achteraf) te redeneren. Je moet uitgaan van de situatie op de dag voor de indieningsdag van de octrooiaanvraag en de kennis die men op die dag had.

Een combinatie van twee documenten is het gebruikelijkst. Meer documenten mag ook, maar het is vaak een stuk moeilijker om een geloofwaardige redenering op te hangen waarom iemand al die documenten bij elkaar zou nemen. De meest gebruikelijke manier om een claim aan te vallen op uitvinderswerkzaamheid, is om in het eerste document een probleem te identificeren dat opgelost wordt door het tweede document. De redenering is dan dat de vakman dat probleem zou identificeren, en bij het zoeken naar een oplossing het tweede document zou vinden en deze oplossing zou toepassen. Daarmee komt hij dan uit op de uitvinding.

Naast documenten kun je ook gebruik maken van algemene vakkennis. Een handboek (zoals Knuth's The Art of Computer Programming) is een mooi bewijs van wat algemene vakkennis is. Ontbreekt er in de bovengenoemde combinatie van documenten dus nog een maatregel, die echter geldt als algemene vakkennis, dan is de uitvinding alsnog voor de hand liggend.

Een voorbeeld

Stel, de uitvinding is een werkwijze voor het veilig versturen van e-mail, waarbij claim 1 de volgende stappen opsomt:

  1. het door een gebruiker laten invoeren van een tekst,
  2. het door de gebruiker laten invoeren van een e-mailadres,
  3. het formatteren van de tekst volgens RFC 821/822, en
  4. het verzenden van de geformatteerde tekst naar het e-mailadres, gekenmerkt door de volgende stappen:
  5. het berekenen van een digitale handtekening over de geformatteerde tekst, en
  6. het verzenden van de berekende digitale handtekening naar het e-mailadres.

Laten we aannemen dat je geen document kunt vinden waarin al deze stappen genoemd zijn. Kon je dat wel, dan was de uitvinding niet nieuw.

Wel heb je een document waarin stappen een tot en met vier beschreven staan, en een ander document dat gaat over het plaatsen van digitale handtekeningen op elektronische bestanden in het algemeen. Dit laatste document legt uit hoe de digitale handtekening kan dienen om de integriteit van het bestand vast te stellen.

Om deze uitvinding nu af te schieten als zijnde voor de hand liggend, stel ik dat aan de werkwijze uit het eerste document het nadeel kleeft dat de ontvanger niet kan vaststellen of het bericht ongewijzigd is aangekomen. Ofwel, de integriteit van een e-mail bericht kan niet worden vastgesteld bij de werkwijze uit dat document. Dit is een algemeen bekend probleem bij e-mail.

Bij het zoeken naar een oplossing voor dit probleem zou de vakman zich realiseren dat de inhoud van een e-mail bericht een elektronisch bestand is. De vakman zal dus documenten zoeken die gaan over integriteit van elektronische bestanden, en daarbij het tweede document vinden, omdat dit immers gaat over de integriteit van elektronische bestanden.

Het tweede document biedt een oplossing voor het probleem, en dus zal de vakman deze oplossing toepassen bij de werkwijze uit het eerste document. Daarmee wordt de combinatie volgens de claim bereikt. De maatregelen volgens de claim liggen dus voor de hand, en de claim berust dus niet op uitvinderswerkzaamheid.

De combinatie andersom vereist een redenering waarom de vakman vanuit een algemene tekst over digitale handtekeningen naar een tekst over e-mail zou gaan. Dat lijkt mij een wat lastiger verhaal. Welk probleem kleeft er dan aan die techniek voor het garanderen van de integriteit van een bestand dat je oplost door het bestand als e-mail te versturen?

Gerelateerde artikelen

Gespecialiseerd advies nodig?

Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of zit u met een juridisch probleem waar u advies over wilt? Neem dan contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, auteur van dit artikel.

© Arnoud Engelfriet. Dit werk mag vrij worden verspreid en gepubliceerd zoals bepaald in de licentievoorwaarden.

Laatste wijziging:
6 november 2018